Hoe zorg je dat je niet te snel gaat?
Wat ik het meest zie bij trainingen in motiveren is dat professionals te snel gaan. In dit blog deel ik met je hoe je deze valkuil vermijdt.
Als gedragsverandering niet over jou gaat, dan ga je vaak veel te snel. Ik schreef eerder over deze meestgemaakte fout.
Steeds weer zie ik het bij cursisten gebeuren. Ze zien kansen, horen haakjes. En gáán ervoor.
Een wandeling van 50 kilometer
Misschien helpt deze vergelijking je om te zien wat er gebeurt:
Jouw cliënt denkt na over meer bewegen. Misschien kijkt hij al even in zijn kast om te kijken of hij eigenlijk nog wandelschoenen heeft….
…. en jij hebt hem al ingeschreven voor de eerstvolgende georganiseerde wandeling van 50 kilometer.
De situatie op basis van de Fasen van Gedragsverandering
Wat de situatie soms is:
Je cliënt:
- Denkt na
- Ziet dat het misschien wel een goed idee is om meer te bewegen
- Overweegt wat verschillende opties betekenen voor zijn dagelijks leven
- En zit ook veel nadelen
Kortom: je cliënt is in de overwegende fase.
En jij:
- Hoort je cliënt dingen zeggen die duiden op verandering
- Ziet haakjes en kansen voor je cliënt
- En kunt eindelijk doen waar je het beste voor bent opgeleid: iemand praktisch helpen
Kortom: jij gaat uit van de voorbereidende fase. En misschien zelfs al de actiefase, want stiekem verwacht je dat je cliënt ook echt al iets gaat doen deze week.
Helaas is dit niet effectief en kan dit ervoor zorgen dat jij weerstand gaat ervaren. Terwijl het eigenlijk vooral een gevoel van ’trekken’ is doordat jij veel te ver vooruit loopt.
Maar wat kan je wel doen?
1. Leer de verschillende fasen goed herkennen
Een cliënt in de overwegende fase hoor je zowel voor- als nadelen benoemen van veranderen. Hij is aan het afwegen. Zal ik wel of zal ik niet? Wat zijn voordelen en wat zijn nadelen?
Dit zie je waarschijnlijk zelfs aan hoe hij erbij zit. Hij kijkt nadenkend verschillende kanten op. En misschien zie je zelf aan zijn romp of handen dat hij dingen aan het afwegen is.
2. Leer wat je te doen staat in elke fase
Het meest effectieve en duurzame wat je kunt doen is om je cliënt één stapje verder te helpen. Dit vergroot de kans dat hij in de toekomst duurzaam in actie komt.
In de overwegende fase betekent dit dat je nog niet aanstuurt op actie. Wat je wel doet is jouw cliënt helpen om helderheid te krijgen zijn zijn eigen ervaren voor- en nadelen.
Misschien ten overvloede: dat heeft waarschijnlijk niet zo veel te maken met de voor- en nadelen die jij ziet.
3. Leer wat je dus niet hoeft te doen
Het klinkt als een open deur. Maar dit is misschien wel het fijnste aan het werken met de fasen van gedragsverandering. Als je weet wat je in elke fase kunt doen om je cliënt te helpen, dan weet je ook wat je nog niet hoeft te doen.
Dit heeft ontzettend veel voordelen.
Allereerst bespaart het je veel tijd, iets waar je waarschijnlijk toch al geen overschot van hebt.
Ten tweede verbetert het de relatie met je cliënt, als jij niet steeds ‘iets van hem wil’ waar hij nog niet aan toe is.
En ten derde zie ik steeds weer in trainingen: het heeft een enorme invloed op jouw werkplezier. Dat wat je doet is zinvol en effectief en het voelt niet alsof jij degene bent die het hardst aan het werk is.
Wil je meer weten?
Ik gun jou meer tijd, meer resultaat en meer werkplezier. En ben ervan overtuigd dat het leren werken met de fasen van gedragsverandering hieraan kan bijdragen.
In september start de 2-daagse training Motiveren met de Fasen van Gedragsverandering. Heb je interesse? Laat het me weten.