‘Zorgen voor’ of ‘zorgen dat’
Ik heb een zorg-hart. Ik houd van het werken met zorgprofessionals en binnen zorgorganisaties. Toch ben ik zelf niet zo goed in wat ik zelf ‘verzorgen’ noem. Ik ben persoonlijk het voorbeeld dat je niet hoeft te zorgen voor… om toch te zorgen dat….
Ik ben niet zo heel goed in verzorgen
Vanmiddag was ik op de thee bij een vriendin. Ik maakte er deze foto. Geweldig toch?!
In tegenstelling tot haar ben ik zo goed in ‘verzorgen’. Ik kan niet zo goed langdurig zorgen voor mensen.
Tenminste: in traditionele zin.
- Als mensen bij mij thuis komen, dan voelen ze zich gelukkig vrij om zelf hun volgende koffie te pakken ;-).
- Aan het eind van een training zeg ik nogal eens ‘o ja, er was ook nog koek’.
- Bij de verjaardag van mijn moeder praat ik met de tantes terwijl mijn zusje de catering regelt.
- Ik houd niet van koken.
- En mijn kinderen leerden al jong hun eigen was opvouwen.
Maar ik wil wel graag dat het iedereen goed gaat
Dat maakt me niet egocentrisch. Want ik wil heel graag dat het iedereen goed gaat.
- Staat iemand met volle handen voor een deur? Ik ben al onderweg om hem open te houden.
- Met liefde was ik er voor een terminaal zieke vriendin.
- Als mijn kind, man, moeder of vriendin dat nodig heeft, dan laat ik alles uit mijn handen vallen en doe ik wat er op dat moment nodig is.
- En ik ben weekendpleegouder, maatje van meerdere vluchtelingen en zit in de oudercommisie.
Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ vanuit een coachende rol
Dus ik ben echt niet goed in verzorgen. Maar ik ben wel wel zorgzaam. Ik doe dat waardoor het mensen goed gaat. Nu, maar vooral op lange termijn.
Hier heb ik een antenne voor. Ik zie vaak letterlijk voor me wat er nodig is. Ik voel of weet welke kleine of grote actie ik kan inzetten om hen te helpen.
Eigenlijk ben ik dus wel goed in het zorgen voor anderen. Maar dan vanuit een coachende rol. Daarbij:
- Neem ik niet over – tenzij de situatie daar om vraagt (en eenmalig of gevaarlijk is)
- Heb ik geleerd om vóór ik in actie kom af te wegen: hoort het of helpt het?
- Kijk ik wat er op lange termijn nodig is en wat dat betekent voor mijn handelen vandaag
- En focus ik altijd op het versterken van de ander, zodat deze veerkracht en wendbaarheid ontwikkelt
Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’, dus.
Wat op de werkvloer wel eens wordt samengevat als: ‘meer op m’n handen zitten’.
Dat betekent niet dat het makkelijk is
Toch heb ik dit wel echt moeten leren. Vooral om dat niet meteen helpen altijd zorgt voor ongemak.
Het voelt fijner om iets maar ‘even’ op te lossen, want dan:
- Is de ander blij
- Kan ik zelf een mentale ‘check’ zetten – goed gedaan!
- En ziet de ander hoe betrokken en behulpzaam ik ben
Helaas leidt zo’n situatie er ook wel eens toe dat de ander daardoor meer afhankelijk wordt. Deze persoon is dan juist eigenlijk niet geholpen, op lange termijn.
Helpt het, of hoort het?
Door me bewust af te vragen:
- Of ik nu moet helpen,
- of dat ook echt helpt, ook op de lange termijn,
- en of ik iemand anders daarmee versterk weet ik of ik ook echt in actie schiet,
bepaal ik wat ik ga doen.
Ik weet of ik iets doe omdat het nu eenmaal hoort. Of omdat het ook echt helpt.
In de loop der jaren ben ik dit steeds vaker en bewuster gaan doen. Hierdoor merkte ik dat ik niet alleen anderen veel beter kan helpen. Maar het wordt ook steeds makkelijker om te bepalen wat bij mij past, waar mijn eigen grenzen liggen. Omdat ik dat haarscherp aanvoel kan ik juist veel méér betekenen voor anderen.
Vaak leidt dat er toe dat ik een wel kleine actie inzet, die onafhankelijk van mij verder rolt en tot resultaten leidt.
Gelukkig zit iedereen anders in elkaar
Overigens ben ik heel blij dat er andere mensen zijn die dit verzorgende wél hebben.
Zo hebben mijn kinderen gelukkig twee ouders die elkaar hierin perfect aanvullen. Hebben mijn zusje en ik een taakverdeling die bij ons past. Zijn er zorgverleners die steengoed zijn in de dagelijkse verzorging van cliënten. En zijn er mensen die heerlijk koken en prachtige hapjes verzorgen bij de thee.
Hoe werkt het voor jou?
Ik ben benieuwd:
Waar herken jij je in? Wordt jij gelukkig van iemand helpen of verzorgen? Of herken jij je in de meer coachende acties?