Skip to main content

Auteur: admin

Maar heb je dan wel goede schoenen? (over de preparatie-fase)

Motiveren met de Fasen van Gedragsverandering, hoe ziet dat er nu uit? In een korte serie artikelen deel ik met je hoe dit kan werken. In dit artikel de fase van voorbereiden, ook wel preparatie of preparation genoemd.

‘Maar heb je dan wel goede schoenen?’

Zelf ben ik bewegingswetenschapper. Maar gek genoeg houd ik niet van sporten. Toch had en heb ik wel periodes dat ik meer sport. Ook hardlopen heb ik een paar keer een tijdje gedaan.

Een paar jaar geleden was het weer het moment dat ik ervoor zou gaan. Ik had een schema gedownload. Ik had m’n agenda bestudeerd voor de goede momenten. Ik zou mijn sportkleding van de bovenste plank halen en ik zou gewoon gaan!

En middenin die voorbereidingen vroeg een cursist in een training:

‘Maar heb je dan wel goede schoenen?’

Ook dat nog

Dan wás ik eindelijk zover. Ik had Een Plan. Ik had er soort van vertrouwen in. En dan bleek er nóg iets te zijn waar ik over had moeten nadenken. Want deze cursist benadrukte hoe ontzettend belangrijk de juiste schoenen zijn. Anders zou ik blessures krijgen.

Ik voelde me echt een amateur tegenover deze cursist, zelf een fanatieke hardloper.

Wat denk jij dat dit met mijn vertrouwen deed…?

poppetje dat een gedragsverandering voorbereid - preparatie fase

De fase van voorbereiding én onzekerheid

Iemand begeleiden in deze fase van voorbereiding (preparatie fase) is meestal leuk. Je cliënt wil écht iets veranderen. Hij is vaak ook op zoek jouw adviezen en expertise.

Houd in deze fase goed in de gaten dat jouw cliënt expert is over zijn eigen leven. Jouw goede adviezen, hoe onderbouwd ook, zijn niet voor iedereen de beste adviezen. Blijf samen onderzoeken wat past bij je cliënt.

Eén van je belangrijkste taken in deze deze fase is dat je jouw cliënt helpt om zelfvertrouwen op te bouwen en te behouden.

En hoe liep het af met mijn schoenen?

De opmerking van deze cursist bracht mijn vertrouwen aan het wankelen. Best gek, want:

  • ik ben opgeleid als fysiotherapeut en bewegingswetenschapper
  • ik ken de zwakke punten van mijn lichaam
  • ik had al bewust besloten om het te doen met wat ik in huis had
  • ik geloofde niet dat ik in de eerste weken met een paar minuten hardlopen een blessure zou oplopen door ‘verkeerde schoenen’, dus beginnen kon sowieso
  • ik had zelfs al nagedacht over (onder andere) schoenen en had besloten dat ik eerst 6 weken aan de slag zou gaan en dán pas (als dat nodig was) zou investeren in goede materialen.

Zelf vond ik het heel opvallend dat ik het nodig had om deze hele rij van argumenten weer bewust op te roepen om die ene opmerking van een cursist weer te neutraliseren.

De preparatie-fase is voor veel professionals de perfecte fase

Over het algemeen vinden professionals deze fase van preparatie een perfecte fase om een cliënt te begeleiden. Je kunt (eindelijk) je vakkennis inzetten. En de kans is groot dat het op relatief korte termijn tot resultaten zal leiden. Dat is niet alleen fijn voor je cliënt, maar ook voor jou. Het zorgt voor veel voldoening om een cliënt in deze fase te begeleiden.

Realiseer je echter wel dat voor sommige van je cliënten het vertrouwen nog wankel is. Focus (ook) op het onderhouden en het versterken van vertrouwen, zodat iemand ook echt in actie wil komen.

Houd voor ogen: jij en je cliënt zijn er nog niet! Want pas hierna komt de actiefase.

De andere fasen van gedragsverandering

stages of change

Ik schreef eerder over:

Binnenkort verschijnt ook een blog over actiefase.

Wil je niet wachten en wil je nu direct meer weten?

Eigenlijk moet ik het niet doen… (over de contemplatiefase)

Motiveren met de Fasen van Gedragsverandering, hoe ziet dat er nu uit? In een korte serie artikelen deel ik met je hoe dit kan werken. In dit artikel de fase van overwegen, ook wel contemplatie of contemplation genoemd.

‘Tja, éigenlijk moet ik het niet doen. Maar ach, doe maar een klein stukje dan.’

Klinkt dit bekend? Bij de meeste verjaardagen is er wel iemand die dit zegt. Misschien kan je al wel voorspellen wie.

Of misschien herken jij juist:

  • ‘Eigenlijk zou ik vroeg naar bed. Maar voor deze keer ga ik toch mee.’
  • ‘Eigenlijk drink ik deze maand niet. Maar doe maar een klein glaasje.’
  • ‘Eigenlijk zou ik gaan wandelen. Maar vandaag regent het wel heel hard.’

Dit zijn ook sociaal passende reacties die niet altijd betekenen dat mensen echt overwegen iets te veranderen. En soms is het ook een heel goed idee om een uitzondering te maken.

Maar op het moment dat jij iemand begeleidt, dan is dit interessante informatie. Het geeft je informatie over de fase waarin iemand is als het gaat om een gedragsverandering.

poppetje met een weegschaal dat de overwegende of contemplatie fase verbeeldt

De fase van wel én niet willen veranderen

De fase van contemplatie of overwegen is de fase van het wel én niet willen. Iemand wil eigenlijk wel iets anders. Maar wil het ook bij het oude houden.

Iemand wil het wel én wil het niet.

Signaalwoorden maar en eigenlijk

Woorden als maar en eigenlijk zijn een signaal dat je misschien te maken hebt met iemand in de overwegende fase.

Je ziet bijna voor je dat iemand aan het afwegen is. Er zijn redenen om wél te veranderen én er zijn redenen om het niet te doen.

De valkuil in deze contemplatie fase

Een cliënt in deze fase kan veel praten over veranderen. Een valkuil in deze fase is dat jij als professional hierdoor denkt dat jouw cliënt klaar is voor veranderen. Het lijkt een fijn haakje en een natuurlijk moment voor het geven van adviezen. Of zelfs voor het maken van een actieplan.

In veel gevallen leidt dit echter tot heel veel ‘ja-maars’. In dat geval is het belangrijk om te stoppen met adviseren en overtuigen. Het gaat niet werken. Sterker nog: je bereikt alleen maar een tegengesteld resultaat.

Een frustrerende fase

Voor veel professionals is dit een frustrerende fase. Een cliënt beseft dat er een probleem is en denkt ook na over verandering. Maar hij lijkt niet door te pakken of door te zetten.

Voor sommige professionals is het lastig om deze frustratie niet te laten blijken. Want alwéér heeft je cliënt zich niet aan de afspraken gehouden. Of alwéér geeft hij een bezwaar. Zij denken daardoor wel eens dat het nodig is om strenger te zijn richting een cliënt.

Maar besef:

Hoe frustrerend het ook voor jou als professional is, voor je cliënt is dit nog veel frustrerender. Het kost hem over het algemeen veel energie om in deze fase te zijn.

Wat je moet doen (en wat vooral niet) in de contemplatie fase

In deze fase is iemand nog niet klaar om in actie te komen. Hij heeft het wel veel over veranderen, wat je op het verkeerde been kan zetten.

Heb je te maken met een cliënt in deze fase? Geef géén tips en probeer ook niet te overtuigen.

Je kunt je cliënt wel helpen bij het helder krijgen van zijn afwegingen. Wat maakt dat hij wil veranderen? En wat zorgt er juist voor dat hij het juist het oude wil houden?

Het creëren van helderheid is wat op termijn het meest effectief is. Dat betekent dat je in deze fase jouw kennis en ervaring op jouw vakgebied nog maar beperkt kunt inzetten voor deze cliënt.

De andere fasen van gedragsverandering

stages of change

Ik schreef eerder over:

Binnenkort verschijnt ook een blog over de fase van voorbereiden.

Wil je niet wachten en wil je nu direct meer weten?

Mijn mini-voornemens voor 2023

Goede voornemens voor het hele jaar heb ik niet. Ik weet dat dit voor mij niet werkt. Wat wél voor mij werkt is het kiezen van een thema en vervolgens mini-voornemens formuleren. In dit artikel deel ik een aantal voorbeelden met je.

Ik ben niet competitief ingesteld, ook niet naar mezelf. Dus een doel stellen werkt voor mij meestal niet. Soms deed ik dat wel omdat het nu eenmaal zo lijkt te horen. Maar ik ben er achteraf bijna nooit blij mee – of het nu is gelukt of niet.

Bovendien zijn voornemens eigenlijk beloftes aan jezelf. Dat klinkt erg vriendelijk, totdat het niet blijkt te lukken deze belofte te houden.

Want: “Life is what happens to you while you’re busy making other plans.”

Als het niet lukt om je belofte aan jezelf te houden, dan stel je jezelf dubbel teleur.

Een jaarthema in een woord

Voor mij zijn er geen grootse doelen in 2023. Wél kies ik net als elk jaar een thema. Dat thema vat ik samen in een woord. En dit woord verwerk ik op allerlei plekken, zoals het hoofdwachtwoord van mijn wachtwoord-manager, zodat ik het dagelijks een paar keer typ.

Dit woord is geen SMART doel, maar het werkt voor mij als een toetssteen. Als ik een beslissing moet nemen over waar ik mijn tijd aan besteed – privé of in werk – dan denk ik aan dit woord.

Dit woord heb ik niet zomaar gekozen. Het is het resultaat van het terugblikken op 2022, het invullen van Year Compass en een aantal gesprekken met vrienden en sparringpartners.

Daarnaast: kleine haalbare doelen

Daarnaast heb ik wat kleine doelen gesteld. Niet voor het jaar, maar voor de korte termijn. Hierbij kies ik voor doelen waarvan ik vrij zeker ben dat ik ze ga halen.

Hoewel het een beetje voelt als valsspelen, wéét ik dat dit slim is. Want:

  • Een kleine stap gewoon gaan zetten leidt vaak tot het zetten van een volgende kleine stap,
  • Terwijl nadenken over een grote stap meestal leidt tot niets….

Ter inspiratie deel ik enkele van mijn mini-doelen.

Mijn klimaat-mini-voornemen

Net als veel mensen maak ik me grote zorgen over het klimaat. Ik denk oprecht dat we – ook in Nederland – te maken krijgen met problemen die we ons nog helemaal niet voor kunnen stellen. Dit is zo groots, dat het verlammend werkt om echt iets te doen. Daarom kies ik ook hier voor mini-acties. De eerste is:

  • Ik stap over na een andere (duurzame) bank

Dit is voor mij een mini-doel, want ik ben in december al overgestapt naar een andere zorgverzekering. De beslissing is dus al genomen, het is een echte verandering waarmee ik in de fase van voorbereiding (fase 3) ben.

Als ik de Motivatie-Check erop los laat weet ik zeker dat ik dit (1) wil, (2) kan en er (3) klaar voor ben om dat op korte termijn te doen. Het gaat lukken.

Overigens ben ik hiertoe geïnspireerd door 52 weken duurzaam.

Mijn productiviteit-mini-voornemen

Productiviteit gaat niet boven alles, ik vind zelfs dat we er op een aantal vlakken te ver in doorschieten. Maar soms kan je met een kleine investering kan je jezelf echt weken tijd in een jaar besparen.

Zoals bijvoorbeeld met blind typen.

Ik ben dan ook erg blij dat mijn moeder mij rond m’n 11e naar typeles stuurde. Daar profiteer ik elke dag van. Bijvoorbeeld een blog als dit zou er nooit zijn geweest als typen me meer tijd kostte.

typeles in 1988 en in 2017

Op de foto zie je links mij, toen ik ongeveer 11 was. En rechts mijn jongste zoon die aan het Ducktypen is. Andere tijd, beiden een moeder met een sterk idee hierover.

Blind teksten typen gaat dus heel goed. Maar wat ik niet kan is het blind typen van cijfers. Dat heb ik nooit goed geautomatiseerd.

Ook dit is een voornemen waarvan ik dacht dat ik klaar was om actie te ondernemen. Maar vervolgens ontdekte ik dat iedereen dit anders doet. Gaat de 2 nu met je ringvinger of je pink? En typ ik dan mijn 4 met mijn middelvinger of mijn wijsvinger…?

In zulke gevallen weet ik dat het voor mij werkt om een ‘deskundige’ te kiezen en gewoon te doen wat die zegt. Op LinkedIn zag ik Juf Diana steeds in mijn tijdlijn en ik besloot dat zij mijn deskundige werd. Van haar kreeg ik het advies welke letter ik met elke vinger moest typen.

typen welke vinger doet welk cijfer

Mijn iets grotere voornemen is dus dat ik cijfers blind ga typen. En mijn mini-voornemen is:

  • Ik ga mijn wachtwoord (dat cijfers bevat) dagelijks blind typen

Als dat soepel lukt, dan is mijn volgende doel mijn huisnummer en later mijn telefoonnummer. Omdat ik hier al mee bezig ben, beschouw ik dit als een voornemen in de actiefase (fase 4).

Mijn wendbaarheid-mini-voornemen

De laatste jaren is duidelijk geworden dat we in een tijd leven waarin we moeten wennen aan grote veranderingen. We bevinden ons steeds vaker in situaties waarin we niet weten wat we moeten doen. Soms omdat ons dat niet is geleerd, we hebben nog niet de juiste vaardigheden. En soms omdat we de situatie nog niet eerder hebben meegemaakt, we kunnen niet putten uit onze ervaring.

We zijn een brug aan het bouwen van een oude naar een nieuwe tijd. Dit doen we terwijl we al op de brug staan én terwijl we nog niet weten waar we precies naartoe gaan…

Deze veranderingen komen vaak terug in trainingen en coachgesprekken. Cursisten en klanten geven aan: “Wat ik eerder deed werkt niet meer. Wat moet doen, nu ik niet meer weet wat ik moet doen?”

Er is geen ‘one size fits all’ bij verandering. Er is geen goed antwoord. Maar in mijn training en coaching laat ik je zeker niet aan je lot over. Ik help je ontdekken wat er nodig is. En daarna reik ik je een aantal handelingsmogelijkheden aan, waar je zelf uit kunt kiezen wat bij jou past.

Waar ik nog meer aandacht aan wil besteden is persoonlijke wendbaarheid. Dat waar je altijd, in elke situatie op kunt terugvallen als je het niet meer weet, terwijl je trouw blijft aan jezelf.

Dat is een groot thema. Om het weer klein en praktisch te maken heb ik besloten om dit als eerste te verweven in de training Motiveren met de Fasen van Gedragsverandering. Dog steeds best groot, maar leidt tot mijn mini-voornemen:

  • Ik onderzoek binnen welke modules ik aandacht kan besteden aan wendbaarheid

Hier valt je misschien op dat het geen voornemen is met output. Je kunt ‘aan de buitenkant’ niet zien dat er iets is gebeurd. Er is geen zichtbaar resultaat.

Heel vaak is dit echter een uitstekende eerste stap die goed past als je nog niet helemaal weet of en op welke manier je iets wilt doen. Dit is de fase van overwegen, fase 2 van de Stages of Change.

Ook aan de slag met mini-voornemens?

Wil jij ook aan de slag met voornemens waarvan je écht in actie komt?

Kopieer dan vooral niet die van mij of die van anderen. Maar formuleer die van jezelf. Misschien kunnen de volgende vragen je helpen:

  • Er is altijd een achterliggend verlangen. Wat is dat voor jou? En wat ligt dáár weer achter?
  • Wat werkt er voor jou als het gaat om veranderen? Denk daarbij aan eerdere succesvolle veranderingen. Een SMART doel, of juist niet? Een gevoel van competitie of uitdaging, of juist niet? Delen met anderen, of juist niet?
  • Wat is je eerste kleine stap die je kunt zetten? En welke stap is misschien nóg kleiner?
  • Hoe graag wil je dit doen of leren?
  • Hoeveel vertrouwen heb je dat je dit kunt?
  • Wanneer ga je dit doen? Op welke dag, welke tijd en in welke situatie?

Brengt dit je op ideeën? Ik vind het leuk om van je te horen! Mail mij gerust en tag me op Instagram.

De thermostaat op 16 – reflecteren op het afgelopen jaar

“Dat ik me comfortabel kan voelen in een woonkamer waar het 16 graden is. Dat is één van de verrassingen van 2022.”

In een vorig blog schreef ik dat het bij terugkijken op het oude jaar voor mij vooral gaat om het waarderen van wat er al is, wat je al kan en wat er al goed gaat. Juist dat geeft de energie om eventuele nieuwe veranderingen in te zetten.

Dat betekent natuurlijk niet dat alles in 2022 alleen maar positief was. Er gebeurde zoveel in de wereld, in het groot en in het klein.

3 persoonlijke dingen uit het reflecteren op 2022

Bij het terugkijken op 2022 en het invullen van mijn Year Compass heb ik veel persoonlijke gedachten opgeschreven. Ik haal er 3 heel verschillende onderwerpen uit die te maken hebben met motivatie, gedrag en verandering.

  1. Ik experimenteerde en vond mijn ideale ontbijt
  2. Ik ontdekte hoe ik me comfortabel kan voelen in een kamer van 16 graden
  3. Ik kon vertrouwen op mijn wendbaarheid

Lees er hieronder meer over.

Ik deel ook waar ik minder trots op ben én wat ik hier uit haal voor eventuele nieuwe doelen in 2023. Misschien heb jij hier ook iets aan.

1. Ik experimenteerde en vond mijn ideale ontbijt

In 2021 ging ik bewust experimenteren met mijn eetpatroon. Dat heb ik vaker gedaan en ik weet wel zo’n beetje wat voor mij werkt.

Daarbij heb ik het niet alleen over welke voedingsstoffen voor mij goed werken of waar ik me fit bij voel. Maar óók over of ik dat dan ook echt ga doen of maken. Als er teveel gedoe of dagelijkse voorbereiding nodig is dan val ik terug op andere, makkelijkere keuzes.

In 2022 vond ik mijn ideale ontbijt. Voor mij is het echt de makkelijkste dagelijkse keuze. Niet alleen snel en makkelijk thuis te maken, maar ook goed mee te nemen en ergens anders te maken. Ik at het in 2022 overal, zelfs in een woestijn.

Wat ik hieraan heb bij toekomstige veranderingen:

  • Ik moet mezelf de tijd gunnen om te experimenteren – het hoeft niet in één keer
  • Wat voor iemand anders werkt, werkt niet altijd voor mij – en andersom
  • Gemak is op het moment dat ik ga eten doorslaggevend – het moet de eenvoudigste keuze zijn

2. Comfortabel in een kamer van 16 graden

Net als bij veel mensen staat bij ons de thermostaat wat lager. Dat is voor mij wel een ding. Want hoewel ik over het algemeen klimaatbewust ben, heb ik het ook snel koud.

In februari vond ik net als veel mensen de motivatie om hem toch een graadje lager te zetten. Het gevoel van iets kunnen doen tegen Poetin won het van mijn comfort.

Toen in augustus tot me doordrong dat ons mooie vaste energietarief verliep en we vanaf september heel veel meer gingen betalen, besloot ik me serieus voor te bereiden op een paar graden kouder. Aangezien mijn man en kinderen het nooit koud hebben, was dit een individuele zoektocht. Ik experimenteerde met allerlei soorten kleding. En ontdekte uiteindelijk wat mij warm houdt. Zelfs in een kamer van 16 graden.

Overigens ben ik me bewust van de luxe van mijn probleem. Bij veel mensen stond de verwarming al nauwelijks aan. Ook deze mensen hebben een hogere energierekening, maar geen mogelijkheden om hier iets aan te doen.

Wat ik hieraan heb bij toekomstige veranderingen:

  • Blijkbaar wint comfort en gemak het bij mij soms van milieu (dit vind ik geen fijne constatering)
  • Maar is een financieel verlies wel een prikkel om serieus op zoek te gaan naar oplossingen (hier ben ik ook niet trots op)
  • En lukt het na wat experimenteren om én comfortabel warm te zijn én de verwarming laag te zetten.

3. Ik kon vertrouwen op mijn wendbaarheid

Een paar jaar geleden was ik bij een lezing van Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde. Hij vertelde: we leven niet in een tijdperk van verandering. We leven in een verandering van tijdperken.

Dit betekent dat we – allemaal – te maken hebben met dingen waar we niet op voorbereid zijn. Ze komen niet alleen onverwacht, maar we kunnen ook niet voortbouwen op eerdere ervaringen. In Nederland hebben maar weinig mensen een pandemie meegemaakt. En op de enorme en razendsnelle stijging van de prijs van grondstoffen zijn zowel particulieren als zorgorganisaties en andere bedrijven niet echt berekend.

We zijn het oude aan het verlaten, maar weten nog niet hoe het nieuwe eruit ziet. En ondertussen moeten we wel dóór. We zijn een brug aan het bouwen terwijl we er al op staan én niet weten waar we naartoe gaan. Er is ook niemand die dit kan vertellen. Dit wordt ook wel liminal space, de tussentijd of het ondertussen genoemd.

Ook voor mij heeft dit zowel direct als indirect invloed gehad op hoe mijn werk eruit ziet. In 2020 en 2021 direct, omdat veel training en begeleiding online plaatsvond. En in 2022 meer indirect, omdat mijn klanten en cursisten in hun werk vrijwel allemaal te maken hebben met extra druk door onderbezetting of doordat hun werk er opeens totaal anders uit is gaan zien. In vrijwel elke training, bijeenkomst en opstelling speelde dit een rol.

Bij het terugkijken kwam ik tot de conclusie dat ik in al deze jaren wendbaar ben gebleven. Ik was in mijn werk (en eigenlijk in mijn leven) al gewend aan pionieren, aan het zelf ontdekken. Dit heeft me erg geholpen.

Wat ik hieraan heb bij toekomstige veranderingen:

  • Doelen stellen en plannen maken is maar relatief – je hebt niet overal invloed op
  • Maar met een intern kompas en een flinke dosis wendbaarheid is het toch mogelijk om regie te nemen, ook (of juist) als de situatie onvoorspelbaar wordt
  • Deze vaardigheid van wendbaar zijn is niet voor iedereen vanzelfsprekend, maar wel erg belangrijk

Op naar 2023

Deze 3 totaal verschillende dingen kwamen naar voren bij het terugkijken op 2022 en geven mij input voor nieuwe ideeën of gewenste veranderen.

In de afgelopen jaren deelde ik regelmatig over goede voornemens.

Hoe verhoudt zich dit tot mijn trainingen?

Als je bekend bent met het werken met de Fasen van Gedragsverandering dan herken je misschien het bovenstaande. Het terugkijken naar gedrag dat je tot een gewoonte hebt gemaakt (fase 5) helpt je enorm bij het voorbereiden van nieuwe veranderingen (fase 3).

Daarnaast speelt ‘wendbaarheid’ ook een steeds grotere rol in mijn trainingen. Ik zal je niet snel vertellen hoe je iets precies moet aanpakken. Er is geen ‘one size fits all’ bij gedragsverandering. Toch laat ik je ook zeker niet aan je lot over. Ik help je allereerst ontdekken wat er precies nodig is. En daarna reik ik je een aantal handelingsmogelijkheden aan, waar je zelf uit kunt kiezen. Dit is ook de structuur van de training Motiveren met de Fasen van Gedragsverandering.

Wacht nog even met goede voornemens

Heb jij ook goede voornemens? Of denk je dat je ze eigenlijk zou moeten hebben? Misschien is dat helemaal niet zo.

2023! Daar ben je dan. Welkom ✨.

Wat mij dit jaar – meer dan andere jaren – opvalt zijn de vele berichten met een onderwerp als:

  • Hoe zorg je ervoor dat 2023 je beste jaar ooit wordt?
  • Hoe ga je in 2023 je doelen wél bereiken?
  • De beste versie van jezelf in 2023!

Wat is de boodschap?

Ik vind dat hier een rare boodschap vanuit gaat. Niet per se van de tekst zelf, want de schrijver heeft vast goede intenties. Maar er ligt een aanname onder dat je leven nu niet goed is. Of zelfs: dat jij niet goed genoeg bent.

Natuurlijk kunnen er dingen anders. Bij mij ook. Maar ik hoop toch dat voor de meeste mensen geldt dat het leven eigenlijk best oké is. En dat ze over een groot deel van de dingen in hun leven gewoon tevreden zijn.

Waarderen van wat er al is

Het interessante is: juist het waarderen van wat er al is, draagt bij aan je geluk. En juist gelukkig zijn, zorgt voor een brede en creatieve blik. En juist met deze brede en creatieve blik zorgt je voor ideeën en oplossingen die voor jou ideaal zijn.

Ga dus niet als een malle goede voornemens bedenken. Of zelfs overnemen van andere mensen. Nee, ga eerst waarderen wat er al is.

Hoe doe je dat? Nou, door eens terug te kijken naar het afgelopen jaar.

Dit is hoe ik het aanpak

Zelf doe ik dat al jaren in de kerstvakantie.

Eerst doorloop ik in 1-2 uur mijn agenda. Dat doe ik op deze manier:

Daarna gebruik ik dit als input voor ‘Yearcompass’. Dit is een werkboek dat je op een formaat naar keuze kunt downloaden waar ik nog een keer een uur voor ga zitten. Download hem (gratis) hier:

Begin ook hier met de terugblik op 2022 en las daarna een pauze in.

Dat doe ik ook 😉 en in mijn volgende blog zal ik enkele persoonlijke voorbeelden met je delen.

Ik heb je aangemeld voor een marathon (over de precontemplatie fase)

Motiveren met de Fasen van Gedragsverandering, hoe ziet dat er nu uit? In een korte serie artikelen deel ik met je hoe dit kan werken. In dit artikel de onbewuste fase, ook wel precontemplatie of precontemplation genoemd.

Je zit aan de keukentafel bij een buurvrouw. Zij is thee aan het zetten.

Op de tafel ligt een tijdschrift dat je even doorbladert. Je komt langs een interview met iemand die is begonnen met hardlopen. Je denkt hardop: ‘jeetje, zou dat nou echt zó leuk zijn?’. Daarna blader je weer verder langs andere verhalen en columns.

Hoe zou jij je voelen als een kwartier later jouw buurvrouw zegt:

‘O, ik heb je net aangemeld voor een marathon!’

Uit verbinding

Dit voelt waarschijnlijk heel raar. Je denkt minimaal aan een misverstand, maar waarschijnlijk begrijp je niet waar je buurvrouw dit vandaan haalt. Hoe kómt ze op het idee?

Je past wel op met wat je in het vervolg zegt als zij er bij is….

Bizar he?

Dit is een bizar voorbeeld.

Maar toch is dit wat professionals soms doen.

  • Een cliënt met knieklachten merkt terloops op dat hij niet besefte dat zijn gewicht misschien een rol speelt. En opeens heeft hij het adres van een diëtist in zijn handen.
  • Iemand verzucht na een flinke hoestbui dat dat roken misschien toch niet zo’n goed idee is. Maar nu blijkt roken een gespreksonderwerp waar hij niet meer vanaf komt.
  • Een collega grijpt bij het bukken terloops naar haar rug. Opeens heeft ze een folder in haar tas met allemaal tips over beter tillen, inclusief een uitgebreide uitleg waarom dit zo belangrijk is.

Wat gaat hier mis? De precontemplatie-fase

onbewuste fase stages of change

De mensen in deze voorbeelden zijn in de onbewuste fase van gedragsverandering. Dit wordt ook wel de precontemplatie-fase genoemd. Ze beseffen niet dat ze een probleem hebben, ze denken niet dat dit anders kan óf ze denken dat ze zelf geen invloed hebben op de oplossing. Daarom zijn ze helemaal niet van plan om iets te veranderen.

Maar opeens krijgen ze allemaal tips en adviezen. Voor een probleem dat zij niet ervaren.

Natuurlijk komen deze tips vanuit een positieve intentie. Maar deze zorgen er meestal niet voor dat er iets verandert. Sterker nog: dit zorgt er soms voor dat de verbinding verdwijnt.

Sommige professionals benoemen dit als weerstand bij een cliënt.

Wat je moet doen (en wat vooral niet)

In deze fase is iemand niet klaar om in actie te komen. Hij is zelfs niet bezig met een eventuele verandering.

Heb je te maken met een cliënt in deze fase? Geef géén tips en probeer ook zeker niet te overtuigen.

Wat je wél kunt doen is onderzoeken of je de ander nieuwsgierig kunt maken naar veranderen. Dit is wat op lange termijn het meest effectief is.

De volgende fase: overwegen

stages of change

Binnenkort deel ik een artikel over de fase overwegen.

Wil je niet wachten en wil je nu direct meer weten?

Wil je meer weten over de Fasen van Gedragsverandering?

Waarom overtuigen niet werkt: het ja-maar brein

In ons dagelijks leven en dus ook in ons werk zijn we regelmatig bezig met het overtuigen van anderen. Dat werkt niet altijd. Want anderen beginnen hun reactie vaak met ‘ja maar’. Herken je dit? Dan is dit blog voor jou!

In de video hieronder vertel ik je er meer over. Lees je liever? Onder de video vind je de tekst als artikel.

Het ja-maar brein

In trainingen heb ik het veel over het ja-maar brein. Het is een thema dat ik vaak bespreek als het gaat om omgaan met weerstand. Maar nu wil ik het bespreken in het kader van de Fasen van Gedragsverandering.

De fasen van gedragsverandering

In de Fasen van gedragsverandering is er één fase die je heel vaak tegenkomt als je te maken hebt met het motiveren van anderen. Dat is de fase van overwegen. Dit wordt ook wel comtemplatie genoemd.

Mensen willen wel én niet veranderen

poppetje met weegschaal die wel en niet wil veranderen

Kenmerkend voor deze fase is dat mensen afwegen en twijfelen. Ze hebben redenen of overwegingen om te veranderen. 

Ze willen het wel EN tegelijkertijd zien ze veel bezwaren. Ze willen het niet. 

En vaak gebeurt er dan niets, behalve veel praten en afwegen. 

Mijn ervaring is dat als ik dit vertel, er bij veel mensen meteen een cliënt of puberkind of collega oppopt die dit doen. 

We hebben allemaal een ja-maar brein

ja-maar brein, dat alle kanten op wordt getrokken

Maar het is goed om te beseffen: dit doen we allemaal. 

Ik ook. Jij ook. 

Ons brein is namelijk bedraad om dit te doen. 

Want stel je voor, dat je de hele dag makkelijk te overtuigen bent om iets te veranderen. Dan zou je de hele dag met alle winden meewaaien. En uiteindelijk kom je nergens. Je blijft op dezelfde plek.

Dus is het slim van ons brein om ons niet zomaar te laten overtuigen door anderen. 

Je zou zelfs kunnen stellen dat ons brein bedraad is voor ‘ja maar’. 

Wat gebeurt er als iemand je wil overtuigen?

Als iemand anders ons wil overtuigen dan laten we dat niet zomaar gebeuren. We weten dat dat veel te veel energie kost. Ons brein een trucje om niets te hoeven doen. En dat is zorgen dat er een ‘ja-maar’ in ons hoofd opkomt met een tegenargument. 

weegschaal

Stel dat iemand ons wil overtuigen met een argument aan de plus-kant van veranderen. Dit is het roze blokje.

Dan legt ons brein niet zomaar een blokje aan de min-kant, een oranje blokje. Er komen er zelfs twee.

Want: als we zelf iets bedenken of uitspreken dan telt dat veel meer mee dan wanneer iemand anders het tegen ons zegt. Dat wat we zelf bedenken of zeggen is meer ‘waar’ dan wat iemand anders zegt.

Stel dat iemand mij vertelt dat ik moet gaan sporten. Dan legt deze persoon 1 blokje links. Maar ik zegt misschien: ik heb een blessure, dus dat kan niet. Daarmee leg ik 2 blokjes rechts.

Maar: die ander heeft ook een ja-maar brein. Die laat zich óók niet zomaar overtuigen. Dus er komt weer een tegenargument aan de linkerkant. Zoals: met jouw blessure zijn er echt wel sporten die je kunt doen.

En zo kom je terecht in deze situatie:

weegschaal met veel blokjes

Een situatie met een tegengesteld resultaat.

Want terwijl jij iemand wilt overtuigen om te veranderen en te doen wat goed of gezond is, raakt de ander juist steeds vaster in haar of zijn overtuigingen.

Overtuigen werkt niet

Heb jij te maken met een situatie waarin iemand wel én niet wil veranderen? Dus iemand in de overwegende fase van de stages of change?

Besef dan: overtuigen met argumenten gaat waarschijnlijk niet werken.

Dit geldt overigens niet alleen voor deze fase. Het werkt in de andere fasen ook niet, maar in deze fase is dit het meest opvallend.

Meer weten?

fasenwijzer

Als je meer wilt weten over de Fasen van Gedragsverandering:

Van norm naar boodschap – Meer resultaat, minder frustratie

Als een (zorg)organisatie actief aan de slag gaat met het thema gezonde leefstijl, dan wordt soms gedacht dat er behoefte is aan duidelijke normen. Maar: vaak zijn deze niet echt motiverend. Wat kan je wél doen?

Ik praat bij met een manager van een zorginstelling. We hebben net besproken hoe lastig het is om effectief aan de slag te gaan met leefstijl.

“Aan onze kennis ligt het niet hoor. Die hebben we volop in huis!” zegt hij.

“Waar ligt het volgens jou dan wel aan?” vraag ik.

Hij zegt: “Nou, het gebeurt gewoon niet. Het lijkt heel lastig voor medewerkers om er iets mee te doen.”

Dat klinkt bekend.

Mensen weten wel wat gezond is

Hoewel het bovenstaande gebaseerd is op een echt gesprek, is het geen uniek gesprek. Veel organisaties hebben volop kennis over wat een gezonde leefstijl is. Er zijn cijfers beschikbaar over het positieve effect van meer bewegen. Er wordt gesproken over beweegnormen en voedingsrichtlijnen.

Het blijkt ondanks deze kennis ontzettend lastig om echt iets te veranderen.

Soortgelijke gesprekken voerde ik met begeleiders, managers, bewegingsagogen, een directeur, teamleiders en projectleiders.

Het geldt ook voor mij!

Ook mijn eigen ervaring is niet anders. Wie mij wel eens heeft gehoord, weet dat ik het zelf een grote uitdaging vind om voldoende te bewegen.

Als het alleen aan kennis zou liggen, zou het toch juist mij als bewegingswetenschapper goed moeten lukken?! Maar helaas.

Het ligt niet alleen aan kennis

Mensen nog meer kennis geven is vaak niet het meest effectieve wat je kunt doen om gedrag te veranderen. En toch is dat wat in veel projecten gebeurt. Aan de buitenkant is de veronderstelling dat mensen het ‘blijkbaar nog niet weten’.

Maar als je eerlijk naar jezelf en je eigen uitdagingen kijkt, dan weet je toch eigenlijk best wat je zou willen of moeten doen? En waarom?

Dit dringt langzamerhand door

Toen ik een paar jaar geleden dit blog schreef over de valkuil van beweegnormen, kreeg ik een héél boos telefoontje. Hoe haalde ik het in mijn hoofd om dit te schrijven!

Maar langzamerhand verandert er iets.

Beweegnormen

De meeste mensen in Nederland hebben wel gehoord van de beweegnorm van 30 minuten bewegen per dag. Je kan van alles aan te merken hebben op deze norm (en deze is met de Beweegrichtlijnen 2017 ook aangepast). Maar laten we er voor het gemak vanuit gaan dat dit een norm is die zijn belofte waarmaakt. Als je 30 minuten bewegen per dag beweegt, draag je substantieel bij aan je eigen gezondheid.

Maar dan…

Met name voor de mensen die deze 30 minuten al halen én de mensen die geloven dat ze in staat zijn deze te halen, werkt deze norm motiverend.

Maar wat denk je dat deze norm doet voor iemand die op dit moment 5 minuten per dag beweegt? Denk je dat deze persoon hierdoor in actie komt?

Waarschijnlijk niet.

Terwijl de grootste gezondheidswinst haalbaar is voor juist deze persoon.

De paradox

Uit steeds meer onderzoek blijkt dat de gezondheidswinst al enorm is als deze persoon zou besluiten een paar minuten per dag meer te gaan bewegen. Als je van 5 minuten komt, dan levert bijvoorbeeld 10 minuten bewegen per dag je al een grote gezondheidswinst op.

Maar denk je dat dit deze persoon lukt, als hij steeds voor ogen heeft dat het er eigenlijk 30 moeten zijn….?

De omslag van norm naar boodschap

Nederland is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen aan het herijken. Mogelijk (en hopelijk) komt hier meer aandacht voor de gevolgen van stilzitten.

Maar wat ik vooral hoop, is dat er een omslag komt van norm naar boodschap. In andere landen gebeurt dit al.

Ierland communiceert een boodschap:

“Iets is beter dan niets,
meer is beter dan iets,
en elke hoeveelheid lichamelijke activiteit draagt bij aan je gezondheid.”

En ook Japan, het land waar de 10.000 stappen norm ooit ontstond, communiceert nu een boodschap:

“ +10 ”
Iedere inwoner,
ongeacht of deze de norm haalt of niet,
zou 10 minuten per dag meer moeten bewegen

Know-do-gap

In onderzoeken wordt steeds vaker gesproken over de ‘know-do-gap’, een term die ook bij de WHO wordt gebruikt. De kennis is er wel, maar mensen doen het niet. Dat geldt trouwens niet alleen voor individuen en hun leefstijl, maar ook voor organisaties. Er is wel kennis, maar deze wordt niet (of niet op de juiste manier) toegepast.

Vervolgens is er ook nog eens de ‘intention-behaviour-gap’. We zijn het wel van plan, maar komen er toch niet toe om iets (duurzaam) te veranderen.

Naar mijn idee heeft het dan ook weinig zin om dezelfde norm maar te blijven herhalen.

Norm en boodschap binnen woonzorginstellingen

Ook binnen zorginstellingen geldt dat het heel goed zou zijn om de norm en de boodschap van elkaar te scheiden.

  • Hoe mooi zou het zijn, als iemand die nu helemaal nooit wandelt nu eens per week 5 minuten zou gaan wandelen?
  • Hoe geweldig zou het zijn, als iemand die nooit fruit eet eens per week een fruitshake drinkt?
  • Hoe groot zou de stap zijn als een verstokte roker 2 sigaretten per dag minder zou roken?

Normen behaal je dan niet. Maar resultaten wel…

En de manager?

Ja, het zou heel goed kunnen dat de manager alle kennis over gezonde leefstijl in huis heeft. De uitdaging is vervolgens om niet alleen uit te gaan van feiten en normen. Maar juist kennis over menselijk gedrag mee te nemen in dit soort projecten. Want dan kom je toch échte resultaten.

Meer weten?

Wil je meer leren over motiveren?

Dit artikel schreef ik in juni 2016 en heb ik in oktober 2022 opnieuw gepubliceerd.

De valkuil van 10.000 stappen (en elke andere gezondheidsnorm)

In mijn trainingen laat ik deelnemers gedragsverandering eerst zelf ervaren. Dit geeft vaak heel veel inzicht en zorgt voor een andere manier van kijken naar cliënten. Dit deed ik ook bij een groep begeleiders die werkzaam zijn bij een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking.

12 persoonlijk begeleiders meldden zich aan voor de training over motivatie Zij willen graag leren hoe ze hun cliënt kunnen motiveren om meer te bewegen.

Eén van de thema’s is dat het niet altijd handig is om over normen te praten.

  • Lees ook: van norm naar boodschap

Je leert het meeste door zelf te ervaren

Anno 2022 weten veel mensen wel ongeveer hoeveel ze zelf op een dag bewegen. Maar op het moment van deze training in 2014* was dat nog niet zo.

Een aantal mensen schatte in dat ze de 10.000 stappen wel makkelijk zouden halen. Een aantal anderen keken bedenkelijk. Want jeetje, is dat niet erg veel?

Om dit echt te onderzoeken, kregen alle cursisten een stappenteller mee naar huis.

De ervaringen

Na een paar weken ontmoet ik Stefanie op haar eigen locatie. Ze loopt als begeleider heel veel en dacht met gemak aan de 10.000 stappen te komen. Maar: na haar eerste werkdag is de teller blijven steken op ongeveer 6.000 stappen…

De dag erna deed ze er letterlijk een stapje bovenop. Ze pakte de trap in plaats van de lift en bracht alle collega’s koffie. Maar helaas is ze niet verder dan 7.000 stappen gekomen…

Die stappenteller mag je terug!

Stefanie vindt het niet echt motiverend, zo’n stappenteller. Het gaat haar nooit lukken die 10.000 stappen.

Die stappenteller? Die mag ik meteen weer meenemen.

Wat ging er mis?

Eigenlijk heeft Stefanie een geweldige vooruitgang geboekt. Van 6.000 stappen naar 7.000 stappen per dag, met alleen maar een paar kleine aanpassingen. Dat is 17% meer bewegen, zonder extra tijd of kosten!

En toch is Stefanie ontevreden en niet meer gemotiveerd.

De valkuil

Precies dat is de valkuil van normen. Door te kijken naar deze 10.000 stappen, heeft ze het gevoel dat ze het niet kan. Ook niet op het moment dat het al veel beter gaat. Het voortdurende gevoel van ‘niet halen’, zorgt ervoor dat haar motivatie verdwijnt.

Natuurlijk geldt dit niet alleen bij de 10.000 stappen norm.

  • Als je wilt stoppen met roken, kan je gefrustreerd raken als je er tóch nog één hebt gerookt. Terwijl je er misschien al 10 per dag minder rookt…
  • Als je gezond wilt eten, baal je misschien dat je tóch taart hebt genomen. Terwijl je voor je ontbijt en lunch al heel gezonde keuzes hebt gemaakt…

Dit geldt ook voor jouw cliënten

Dit geldt ook voor jouw cliënten.

Als jullie praten over algemene normen of doelen, dan is het niet zo eenvoudig om onderweg gemotiveerd te blijven.

En wat wel?

Wat je wel kunt doen:

Kijk terug in plaats van vooruit. Kijk in gesprekken niet steeds hoe dicht ben je al bij het doel bent, maar kijk juist regelmatig terug. Wat is er nu al anders dan toen je begon?

Ga uit van jezelf. Vergelijk jezelf niet met anderen, maar met jezelf. Dat motiveert veel meer. Dat geldt voor cliënten én begeleider. En zeker ook voor de trainer ;-).

Meer weten?

Wil jij nóg beter leren motiveren?

Dit blog schreef ik in maart 2014. In oktober 2022 heb ik het opnieuw geplaatst.

Hoe ga je in gesprek over meer bewegen?

Meer bewegen in het dagelijks leven is vaak makkelijker in te passen en vol te houden dan gaan sporten. Maar hoe voer je zo’n gesprek over bewegen? 

Bewegen is belangrijk! In voorbereiding op de Beweegrichtlijnen 2017* heeft de Gezondheidsraad onderzoek gedaan naar de effecten van bewegen. Hun conclusie is dat bewegen aantoonbaar invloed heeft op de gezondheid van mensen.

Bewegen is goed!

Als ik op woonlocaties kom is iedereen het er ook wel over eens: bewegen is een goed idee!

Vaak gaat een gesprek daarna al snel over die ene bewoner, die helemaal niet houdt van bewegen. Ze wil niet sporten en is ook moeilijk te motiveren tot activiteiten.

Zo is het ook met Anette*. Anette houdt niet van sporten en gaat ook niet graag fietsen of wandelen. Haar begeleiders hebben al verschillende opties met haar besproken, maar Anette wil niet mee. In het overleg wordt duidelijk dat Anette thuis ook veel stil zit. Ze kijkt televisie of ze zit de hele avond aan tafel te knutselen.

Wat gaat er al wél goed?

Het team geeft aan dat er een paar dingen zijn waar Anette wél voor in beweging komt. Ze houdt namelijk erg van koken en alles wat daar bij hoort. Ze vindt het bijvoorbeeld leuk om de tafel mooi te dekken.

We spreken af dat het team eerst met Anette gaat kijken naar bewegen in het dagelijks leven, vanuit de dingen die ze leuk vindt om te doen. De focus ligt op minder lang achter elkaar stilzitten. Over sporten gaan we het even niet meer hebben.

In gesprek met Anette

Haar PB-er is opgelucht. Zij had het idee dat Anette toch eigenlijk gestimuleerd moest worden om te gaan sporten maar ze wist niet hoe ze dat nu verder aan moest pakken. Dat zij nu met Anette in gesprek kan over wat zij leuk vindt om te doen in het dagelijks leven is een fijn vooruitzicht.

En sporten dan?

Sporten heeft allerlei gezondheidsvoordelen. Maar genoeg bewegen in het dagelijks leven is minstens zo belangrijk en vaak veel beter vol te houden. Onderdeel van de Beweegrichtlijn is het advies om niet te veel of te lang te zitten. Dit is vaak een veel haalbaarder doel voor cliënten en hun begeleiders.

Herken je dit?

Wil jij ook in gesprek met jouw cliënt over bewegen in het dagelijks leven? Daarvoor zijn een aantal hulpmiddelen die je kunnen ondersteunen in een gesprek.

  • MijnBeweegPlan is in 2016 ontwikkeld door Mariëlle Tromp, in afstemming met professionals van verschillende woonzorginstellingen. Je downloadt MijnBeweegPlan via het formulier hieronder.
  • De Beweegposter is ontwikkeld binnen het consortium Sterker op Eigen Benen. Je downloadt de Beweegposter hier >>

Beide tools zijn gratis te downloaden en te gebruiken.

*) Anette is een fictieve cliënt. Haar verhaal is gebaseerd op echte verhalen van verschillende teams. Dit artikel schreef ik in 2018 en is in oktober 2022 opnieuw geplaatst.